Hooggerechtshof: lagere rechter mag doen wat hij wil, immers er is beroep mogelijk!

17 maart 2021 Uit Door Eelze60

In de partneralimentatie was na beroep door de rechter in eerste aanleg een prejudiciële vraag gesteld aan het Europese Hof van Justitie over welk recht van toepassing is op partneralimentatie, Tsjechisch of Nederlands.
Zoals eerder beschreven verneukte de Tsjechische rechter daarbij het EHvJ door manipulatie van de vraag.
Zie ook :
https://eelze.nl/2019/06/17/tsjechische-rechter-verneukt-het-europese-hof-van-justitie/

Uiteraard tegen het plan van de lage rechter om met dit antwoord door te gaan beroep ingesteld, en verloren want het is aan de rechter om de vraag te formuleren. Klopt. Maar dan wel met feitelijke weergave van omstandigheden en niet met het “verhullen” van de omstandigheden zoals de rechter in beroep het noemde en goed vond:
https://eelze.nl/2020/01/29/het-is-aan-de-rechter-om-te-manipuleren/

Dus naar het Hooggerechtshof, Supreme Court op zijn Engels. Cassatie.
Die komen zoals gebruikelijk met een heel verhaal en het cassatie verzoek wordt niet ontvankelijk verklaard.
Reden: er kan nog steeds in beroep gegaan worden tegen besluit in de zaak betreffende de partneralimentatie, daarmee is het niet relevant of de prejudiciële vraag correct gesteld is.
Dat dit tot onnodig lange procedures gaat leiden mag duidelijk zijn.

Dat de lagere rechter de omstandigheden onjuist weergeeft wordt niet op ingegaan en verder is het vooral veel blabla.

Kortom: lagere rechters mogen prejudiciële vragen insturen zoals ze willen, het Hof van Justitie van de Europese Unie daarmee om de tuin leiden, want er is immers nog steeds beroep mogelijk.

Uiteraard slaat dit nergens op, omdat er nog beroep mogelijk is mag de lagere rechter de boel verneuken. Daar komt het op neer.
Je moet dus in beroep. Per definitie. Niet vanwege te hoge of te lage straf, maar vanwege “procedurele” (lees: opzettelijke) fouten.
Dat dat beroep moeilijk wordt omdat de rechter in beroep gaat verwijzen naar de uitspraak van het Hof van Justitie van de EU en zich daarmee extra gesterkt zal voelen in afwijzen beroep mag ook duidelijk zijn.

Grondwettelijke klacht is inmiddels ingediend over deze zaak.

Hier de hele uitspraak.