Één woordje “vergeten”

4 mei 2022 Uit Door Eelze60

De manipulerende rechter.

Oproep ontvangen om inzake mijn verzoek (uit 2011!!) tot herziening partneralimentatie voor de rechter te verschijnen in Praag. Met een actieve vermelding met naam en foto op de website van de Tsjechische politie: geen goed idee.
Dus maar een zitting gevraagd via videoverbinding zoals aanbevolen door de EU en ook gebruikt in strafzaak.
Afgewezen, dat kon echt niet, ik moest en zou persoonlijk aanwezig moeten zijn. Dan maar niet.

En dan krijg je het besluit.

De zaak was in beroep terugverwezen naar de rechtbank in 1e aanleg, dit in verband met de weigering een prejudiciële vraag te stellen over het toe te passen recht. Op grond van art. 5 van het Haags Protocol sta ik op gebruik van Nederlands recht, hier had de rechter inmiddels een prejudiciële vraag over gesteld aan het Europese Hof van Justitie, alleen die vraag was enigszins gemanipuleerd zodat het antwoord het gewenste antwoord werd.
De rechter had in deze niet de feitelijke omstandigheden benoemd, en al mijn argumenten maar weggelaten.
Zie hier.

Tegen deze handelswijze beroep aangetekend, zelfs cassatie, maar volgens de regels is het aan de rechter om de prejudiciële vraag te bepalen, correct, maar wel volgens feitelijke weergave van feiten en niet gemanipuleerd.

Naast het verzoek om de zaak via een video verbinding af te handelen, had ik ook deze manipulerende rechter maar gewraakt en verzocht om de prejudiciële vraag aan het Europese Hof van Justitie over het toe te passen recht opnieuw, maar nu naar de feitelijke omstandigheden, in te dienen.

Via de wij-van-WC-eend methode beoordeeld de te wraken rechter zelf over het tegen hem/haar gerichte wrakingsverzoek. Uitkomst voorspelbaar, afgewezen.

Over de prejudiciële vraag iets uitgebreider zodat heel duidelijk is hoe de rechter manipuleert:

Het Haags Protocol uit 2007 inzake het recht dat van toepassing is op onderhoudsverplichtingen art. 5:

Bijzondere regel voor echtgenoten en ex-echtgenoten

In het geval van een onderhoudsverplichting tussen echtgenoten, ex-echtgenoten of partijen van wie het huwelijk nietig is verklaard, is artikel 3 niet van toepassing indien een van de partijen zich daartegen verzet en het recht van een andere staat, in het bijzonder de staat van de laatste gemeenschappelijke gewone verblijfplaats, nauwer met het huwelijk is verbonden. In dat geval is het recht van die andere staat van toepassing.

Dat de rechter deze regel correct kent blijkt uit de gemanipuleerde prejudiciële vraag zoals gesteld aan het Europese Hof van Justitie (terug te vinden onder C680-18 in de database van het EHvJ):
3. Les parties au principal ont conclu un mariage aux Pays-Bas. Entre l’année 2001 et l’année 2006, elles ont établi en République tchèque leur dernière résidence habituelle commune. Au cours de l’année 2006, HJ est retourné seul aux Pays-Bas.

Officiële taal voor het Hof is Frans…maar “dernière résidence habituelle commune” kan ik na ooit 5 jaar Frans op de middelbare school (4 + bonusjaar….) nog wel vertalen : laatste gemeenschappelijke gewone verblijfplaats.
Conform tekst van het Protocol.
De rechter stelde in de vraag dat dat Tsjechië was, foutief, want het was een expatverblijf met allerhande voorwaarden, zeker niet een “gewone” verblijfplaats. Zie de eerdere link in dit blog.

Ik eiste dus dat de vraag opnieuw ingezonden diende te worden, nu wel correct.
Niet nodig.
De tekst van het Haags Protocol is volgens de rechter veranderd, tenminste dit is wat ze beweert:

Opeens is “gewone” of “normale” verdwenen en gaat het nog over “laatste gezamenlijke woonplaats”. Manipulatie. De originele Tsjechische tekst is gelijk aan de verstrekte vertaling. Geen vertaalfout dus.

En dan komt het volgende:

Nee, nee, nee!
Afgezien van het feit dat het nu wel over gewone verblijfplaats gaat, dit klopt niet.
Heel simpel voorbeeld. Stel we waren voor werkgever uitgezonden naar China, aan het einde van de expatriation periode verhuist ex naar Tsjechië, ik naar Nederland, dan zou dus volgens deze rechter Chinees recht van toepassing zijn….Ik weet 100% zeker dat niemand dat zou willen.
Ik kan ook nergens hier jurisprudentie over vinden, in de hele database van uitspraken van het EHvJ is hierover geen enkele vergelijkbare zaak te vinden over hoe in een dergelijk geval het Protocol te interpreteren.
Vandaar dat ik sta op een prejudiciële vraag aan het EHvJ hierover. Bovenstaande (cursief gedeelte) mag de nationale Tsjechische rechter niet zomaar even zelf besluiten. Dit is weer een vorm van manipulatie van de regels.

Fout. Zie eerder. Het gaat niet om laatste gemeenschappelijke woonplaats….

Beroep dus.
Ook tegen de weigering van video-verhoor. Volgens de rechter was het onmogelijk om dit te doen via video, als dat in strafzaken wel kon dan zou het daar met de motivatie van deze rechter ook niet gekund hebben, dus zijn of de strafzaken fout verlopen en mijn rechten geschonden en moet dat overnieuw gedaan worden, of het kan civiel toch wel via video.

En uiteraard ook niet eens met de te betalen kosten. Als de rechter loopt te manipuleren dan mag zij zelf de kosten aan partijen bepalen.

Hele uitspraak hier.